VTA heeft medio september een proefrooiing uitgevoerd onder haar leden volgens een vastgesteld protocol. Deze opbrengstmeting vindt sinds 2001 plaats en wordt steeds op hetzelfde moment in het jaar uitgevoerd.
Gemiddelde opbrengst per hectare
De gemiddelde opbrengst van de monsters is vastgesteld op 47.088 kg per hectare. In 2017 was dit 58.507 kg per ha. Hiermee is de opbrengst per hectare tot op heden 19,5% lager dan het vorig seizoen. Ten opzichte van het 5-jarig gemiddelde is de opbrengst per hectare 12,5% lager. Eén en ander is weergegeven in onderstaande grafiek.
Zoals bij de proefrooiing in augustus al is aangegeven, bestonden er grote verschillen in opbrengst. De laagste zat nu op 21,3 ton/ha en de hoogste op 84,6 ton/ha. Verschillen kunnen bestaan als gevolg van wel of niet beregenen en daarnaast nog percelen met waterschade. Bovendien moet ook worden opgemerkt, dat het grootste deel van de deelnemers uit de kleigebieden afkomstig zijn. In het zandgebied blijven de resultaten dit jaar ook sterk achter bij andere jaren. Wellicht nog sterker dan in de traditionele kleigebieden, maar mede door de grote verschillen in (mogelijkheden voor) beregening zijn daar niet echt harde conclusies aan te verbinden.
“Grote verschillen als gevolg van wel of niet (kunnen) beregenen!”
Verschillen tussen rassen
Verder bestaan er natuurlijk verschillen tussen de rassen. Omdat er van enkele rassen slechts enkele monsters waren ingediend zou het statistisch niet juist zijn om hier keiharde conclusies uit te trekken. Bij de berekening van de totale nagroei hebben we een gewogen gemiddelde berekend. Deze bedraagt 10.622 kg/ha. Gemiddeld over de 5 voorgaande jaren lag de nagroei in dezelfde periode op 10.378 kg/ha.
Wat betreft de potentie van de groei worden ook grote verschillen gemeld. Bij een groot aantal monsters stond vermeld, dat het gewas reeds is doodgespoten, reeds gerooid of totaal versleten is. Daarentegen zijn er ook percelen gemeld, waarbij het gewas er nog groen bij stond.
Sortering
Het percentage 50 mm opwaarts is vastgesteld op 61%. In 2017 was dit 70%, terwijl het 5-jarig gemiddelde ligt op 69%. Ook hier zien we grote verschillen tussen verschillende percelen. Het gemiddeld knolaantal van het monster (2×3 meter) is met 178 stuks relatief laag. Vorig jaar lag dit aantal op 185, terwijl het vijfjarig gemiddelde 190 bedraagt.