VTA heeft in de afgelopen week proefrooiingen voor uien laten uitvoeren onder haar leden volgens een vastgesteld protocol. Deze opbrengstmeting wordt in deze vorm uitgevoerd sinds 2011. De resultaten van de meting zijn gebaseerd op monsters van een representatieve groep VTA leden verspreid over heel Nederland.
Samengevat resultaat:
- De gemiddelde netto opbrengst van alle ingestuurde resultaten is 59,2 ton/ha. In 2019 was dit 59,6 ton/ha. De verschillen tussen percelen zijn groot. Het minimum is 15,0 ton/ha, terwijl het maximum 97,6 ton/ha bedraagt. Dit is een gewogen gemiddelde.
- In Noord (Noord-Holland, Flevopolder, Noord-Oostpolder, Gelderland en noordelijker) is de gemiddelde opbrengst 64,5 ton/ha, in Zuid is de gemiddelde opbrengst 50,9 ton/ha.
- Het percentage 60mm opwaarts is gemiddeld 66,8%. (2019: 57,0%)
Gemiddelde opbrengst per hectare
De gemiddelde opbrengst van de monsters is vastgesteld op 59,2 ton per hectare. Dit is een gewogen gemiddelde. In 2019 was dit 59,6 ton per ha. Het productieniveau per hectare ligt daarmee iets onder het niveau van vorig jaar. Dit is ongeveer het niveau van het langjarig gemiddelde. Eén en ander is weergegeven in onderstaande grafieken. De rechtse grafiek geeft de spreiding in opbrengst per hectare aan. De spreiding is haast net zo groot als in het extreem droge jaar 2018!
Door de grote spreiding is het lastig om een goed gemiddelde vast te stellen. Tussen de bedrijven in de noordelijke provincies en de zuidelijke provincies bestaat een verschil van 15 ton per hectare voor de gele uien. Bij de rode uien ligt de opbrengst in de noordelijke provincies ongeveer 6,5 ton per hectare hoger. De grote verschillen zijn niet vreemd als je de natte winter, het lastige voorjaar met een lange periode van droogte, de hitteperiodes, plaatselijke zware regen- en/of hagelbuien in ogenschouw neemt. Plus daarbij het gegeven dat niet alle bedrijven even makkelijk kunnen beregenen.
Het beeld (inschatting) in de praktijk bij telers is, dat de gemiddelde opbrengst wel enkele tonnen lager is dan vorige seizoen. Bij telers die al uien hebben ingeschuurd overheerst het gevoel dat de opbrengst lager lijkt dan vorig jaar.
Grofte
Wat betreft de grofte kunnen we concluderen, dat het percentage 60 mm opwaarts boven het niveau ligt van het langjarig gemiddelde. Dit percentage bedraagt 66,8%, terwijl het langjarig gemiddelde op 53,8% ligt. In het Noorden bedraagt dit percentage 71% en in het Zuiden 61% bij de gele uien. Bij de rode uien laten de resultaten nagenoeg geen verschil zien in grofte tussen de noordelijke provincies en de zuidelijke provincies (66,7% vs. 65,2%).
Een en ander is weergegeven in de grafiek hiernaast.
Areaaluitbreiding ongeveer 0,1%
De uitbreiding van het areaal is gebaseerd op cijfers vanuit het CBS. De areaaluitbreiding komt met name door de uitbreiding van het areaal plantuien (+5,5%). Het areaal zaaiuien is dit jaar afgenomen met 1,6%.
Het aantal bedrijven met zaai- en plantuien is dit jaar iets gedaald. Dit zal ongetwijfeld komen door de daling van het aantal telers in de provincie Zeeland. In de nieuwe teeltgebieden groeit het aantal bedrijven nog altijd.